ARCHIEF OUDERE BLOGS



Ds. G. Boer verdedigde in zijn kerk klassieke verzoeningsleer

 

 

INTRO:

Binnen de Nederlandse Hervormde Kerk zette ds. G. Boer zich sterk in voor een onverkorte handhaving van de klassieke verzoeningsleer, zoals verwoord in de gereformeerde belijdenisgeschriften. Hij stemde in met Calvijn, waarschuwde voor Barth en houdt ons een spiegel voor.

 

Heel nadrukkelijk beklemtoont ds. Boer  –op 17 januari was het vijftig jaar geleden dat de markante predikant overleed– de plaatsvervanging. Hij ziet de spits van de verzoening door het bloed van Christus in de eerste plaats op God gericht. De realiteit van Gods toorn mag niet omspoeld en weggespoeld worden door de werkelijkheid van Zijn overweldigende liefde. De Schrift, zo benadrukt ds. Boer, kent het heen en weer van de toorn naar de liefde, van het gericht naar de vrijspraak. Vanwege deze Bijbelse accenten zag hij zich genoodzaakt om een minderheidsrapport over de verzoening bij de synode in te dienen.

 

Vervlakking

Enkele schetsen uit dit rapport doen ons hem kennen. Bij nader inzien blijkt volgens ds. Boer de grond van de zekerheid niet buiten de verzoening met God te liggen, maar juist er midden in. Vervolgens geeft hij een overzicht van de verzoening in de Vroege Kerk en de Reformatie. De Schrift spreekt over Christus’ dood als het offer voor de zonde, als de weg waarop de vrede gevonden wordt, als een uitdelgen van de schuld, als vergeving van de zonden.

In grote geschillen inzake de leer van de verzoening gaat het om de meest persoonlijke, bevindelijke ontmoeting met God, Die doodt en levend maakt, veroordeelt en vrijspreekt, doet wegzinken en doet opkomen, afsnijdt van onze oude levenswortel en inlijft in Christus. Ook bij de theoloog K. Barth zit hier de ”nervus rerum” (zenuw van alles). Gods toorn wordt omspoeld door Zijn liefde, zegt hij. Ligt hier niet de oorzaak van de grote vervlakking die de prediking –door Barth geïnspireerd– ook in ons vaderland gebracht heeft?, vroeg ds. Boer zich af.

In de nieuwe theologie worden de pezen van de reformatorische verzoeningsleer doorgesneden en wordt het kruis alleen het kenprincipe van Gods líefde. Dan is de prediking van de liefde van God er alleen op uit om wederliefde te wekken. Meer niet. Hier sterft de religie weg. De ontkerstening van ons land neemt toe naarmate deze prediking meer terrein wint. Wie de toorn van God niet ernstig neemt, neemt ook de zonde niet ernstig.

 

Evenwichtig

De verzoening gaat niet alleen van God úit (God gaf het offer), maar is ook op God gerícht (God eist het offer). Wij krijgen alleen via het gericht over ons leven deel aan de vrede van God in Christus. Op dit punt wijken hedendaagse gereformeerden af. Volgens hen is er een onomkeerbare wending van Gods toorn naar Gods liefde in ons persoonlijk leven en zijn wij met God verzoend door de dood van Christus. Maar ook dan, wanneer wij persoonlijk met God verzoend zijn, blijft er een bewogen omgang met God. Daarin is, zij het anders dan voorheen, sprake van een heen en weer van de liefde naar het misnoegen van God, en omgekeerd. Daarin is de verzoening door het bloed van Christus een blíjvende zaak, die in al zijn facetten steeds heerlijker gaat schitteren. Verzoening is erkenning van de rechtsorde van God. Deze rechtsorde wordt op Golgotha niet geschonden, maar ten volle gerespecteerd.

Daarom is alleen hij die in Christus is een nieuw schepsel. In Christus zijn betekent: Christus ingelijfd zijn, lid van Zijn lichaam zijn en daarom geheel door Hem geregeerd worden. Het betekent ook deel hebben aan de vruchten van Zijn werk, de ”unio mystica” (geestelijke vereniging) met Hem beoefenen en daarom bewust leven tot Zijn eer.

Calvijn laat nooit de gerechtigheid en de heiligheid van God in de liefde van God ondergaan, benadrukt ds. Boer. Hij laat de toorn van God niet door de liefde van God omspoelen en wegspoelen, maar handhaaft deze beide op een geestelijke en zeldzaam evenwichtige wijze.

 

Nodiging

De aanbidding vindt daar plaats waar God gezegd heeft: „Aldaar zal Ik tot u spreken” (Exodus 25:22). Dat is de plaats waar het alles druipt van het bloed van Christus. Enerzijds om de toorn van God te stillen, anderzijds om het geweten te reinigen van de dode en de boze werken, om de levende God te dienen. Dat is een gebeuren op Golgotha en een gebeuren in het hart. De Heilige Geest brengt dit offer in het hart door Zijn levende tegenwoordigheid.

De nodiging luidt: „Laat u met God verzoenen” (2 Korinthe 5:20). Dus niet: U bent verzoend, geloof dat. Het moet vandaag uitdrukkelijk gesteld worden dat dit niet waar is, omdat de Bijbel ons anders leert, aldus ds. Boer. En wanneer de prediking van de verzoening opgaat in een mededeling van een nieuwe stand van zaken, die uitgeroepen moet worden en die met geloof of ongeloof kan worden beantwoord, zonder dat dit iets verandert, dan is dat tegen de Schrift.


Kritische geestelijke verbondenheid

Het theologische denken en de prediking van ds. Boer zijn christocentrisch. Zijn christologie staat wel altijd in het kader van de Drieëenheid en wordt nauw verbonden met het werk van de verkiezende God en met de Heilige Geest.

In de worsteling om het belijden in het geheel van de kerk en binnen de Gereformeerde Bond heeft ds. Boer sporen getrokken, al waren het volgens sommigen ook wel eens smalle sporen. Prof. C. Graafland ging volgens ds. Boer wegen waarin hij hem niet kon volgen en die hij gevaarlijk achtte. Ook meende hij dat de verkiezing in de prediking binnen de Gereformeerde Bond niet zo overheersend was als Graafland geschetst had. De prediking van de verkiezende God diende tot verheerlijking van Gods genade en verdiende in zijn ogen veel aandacht. Ds. Boer toonde zich ook beducht voor de belangstelling hier en daar in de Gereformeerde Bond voor de theologie van Barth. Er zijn pogingen ondernomen om ds. Boer weer in contact te brengen met prof. Graafland.

Ook tussen ds. Boer en ds. L. Kievit ontstond enige tijd verwijdering. Die zou te maken hebben gehad met een gebrek aan openheid jegens critici binnen de Gereformeerde Bond. De verwijdering had echter wezenlijk te maken met het zicht op en de vertolking van de verzoening. Tussen beiden bleef intussen een intense band in geestelijk opzicht bestaan.

Met prof. Graafland en ds. Kievit veranderden de toonsoort en toonhoogte in de verkondiging enigszins. Het onderscheidend element was minder sterk aanwezig. Onbedoeld ontstond er een trend in de verkondiging richting de algemene verzoening.

Immers de ‘algemene verzoening’ werkt een zeer oppervlakkig zondebesef in de hand. Christus heeft immers je zonden al gedragen? Je hoeft het alleen maar aan te nemen, je hoeft het alleen maar te geloven. De noodzaak van belijdenis en berouw verdwijnen heel gemakkelijk naar de achtergrond. Dordt wees deze leer af en stelde daar tegenover de ‘particuliere verzoening’, in navolging van Calvijn.
Zonder de algemene verzoening met zoveel woorden (expressis verbis) te belijden kan er in de prediking toch een trend in die richting ontstaan, omdat het onderscheidend element (vaak) ontbreekt. Gesignaleerde tendens zet tot op vandaag heel subtiel door. Dit gevaar is alom tegenwoordig in de huidige gereformeerde gezindte.

Gevraagd zou kunnen worden hoe ds. Boer nu, vijftig jaar later, zou terugkijken op de ontwikkelingen in de Gereformeerde Bond. Het zou goed zijn ons met deze vraag diepgaand bezig te houden.

 

                  

 

Unieke prediking van Spurgeon vandaag


In gedachten zijn we op een zondag in de 19de eeuw in Londen in de kerk bij Charles Haddon Spurgeon. De prins der predikers verschijnt voor het voetlicht, omstraald met het licht van de hemel. Spurgeon is groot omdat hij zo klein is voor God. De liefde van God omsluit zoals iedere zondag de duizenden in de grote Metropolitan Tabernacle in Londen-Southwark. De duif van de Geest vliegt rusteloos af en aan van het speekgestoelte naar alle uithoeken op en onder de drie galerijen van het immense gebouw dat iedere zondag 5000 toehoorders bergt.

God doet wonderen, Hij alleen. En toch is daar ook een subtiele en manifeste verbondenheid met de prediker. Hij neemt tallozen ademloos gevangen om op te ademen in de gehoorzaamheid van Jezus Christus. De bewogenheid van God zindert in de prediker en krijgt zijn beslag over de samengepakte duizenden. Eeuwigheidspanning is voelbaar en bijna hoorbaar. Er gaat een sprake vanuit als antwoord op het spreken van God in de woorden van de prediker. Hier staat een prediker in wie de klanken van de Reformatie tot klinken komen met piëtistische ondertonen waarbij het getuigenis van de kerk der eeuwen de boventoon voert. Kinderlijke naïviteit en hoogbegaafdheid mengelen zich in de getuigende verkondiging van de prediker als een machtig klokkenspel, bespeeld door de grote Beiaardier in de hemel

Als er weer gepreekt zou worden in de geest van Spurgeon, zouden er opnieuw tallozen gezegend worden. Want de binnenkant van de secularisatie is de misère van de prediking vandaag. Voorspelbare prediking zonder de kracht van de genade heeft een eigen verzadigingsmoment. Daarna wenst de gemeente neurotisch bevestigd te worden in het eigen gelijk. En wenst men gelijk te blijven aan zichzelf, al zegt men uit te zien naar verandering. Positieve verandering in wedergeboorte en bekering komt van God als een wonder van Zijn genade. Op de wijze van de verrassing. Deze verrassing manifesteert zich door en in de prediking. Dan gaat het om prediking in betoning van Geest en kracht, waar God in is en waar de prediker als gezalfde van de Heere in is. De ruimte wordt gevuld met de heerlijkheid des Heeren en harten worden daarmee vervuld. In een eindeloze honger en dorst naar de gerechtigheid van Jezus Christus. En de velerlei vertroostingen van de Heilige Geest vermenigvuldigen zich als maar door.

Een machtig heimwee vult de kerkruimte en voert tallozen heen naar het eeuwig zalig leven. Afwisselend ziet de gemeente de heerlijkheid Gods en dan weer de zalving van de prediker in de bediening der verzoening. Deze vloeien in elkaar over zodat de aarde wordt meegenomen naar de hemel en de hemel op de aarde neerdaalt. Een machtige gloed van hemels vuur vervult harten en zinnen. En de lofzang stijgt naar boven: ‘Mijn God, ik zal U eeuwig loven, omdat Gij het hebt gedaan’.

Deze Geest-vervulde prediking richt armen op uit het slijk en plaatst hen naast prinsen en wereldgroten. Meer dan rijkdom en meer dan goud schitteren in de genadegaven van de Heilige Geest. Deze vervullen harten en levens van de hoorders zodat hun monden steeds overvloeien van Gods eer. Deze hemelse prediking ontrukt aan de ellende hier beneden en ontstijgt het leven van alledag om dit tot in alle hoeken en gaten te vullen met de heerlijke tegenwoordigheid van God.

De sleur van iedere zondag is voorbij en de harde kerkbanken nodigen uit om te gaan zitten aan de voeten van Jezus. Een en al oor ontgaat ons geen woord van God. Weer komt de prediker in ’t zicht met achter hem en in hem de heerlijkheid van God. Zijn persoonlijkheid doortrokken van de bediening der verzoening vervaagt weer om ten slotte niemand meer te zien dan Jezus alleen.

De zondag wordt een uitgaansdag naar de voorhoven van onze God. En vult zo alle dagen van de week met de liefelijke reuk van Christus. Het aroma van de hemel omgeeft onze levens. En als wandelende bijbels mogen we met ons leven anderen vertellen dat God goed is. Prediking wordt een ongehoord en ongezien verschijnsel, als ware het opnieuw Pinksteren: ‘Wat mag toch dit zijn?’. En de secularisatie wordt gaandeweg opgerold in het voortdurend ontrollen van het eeuwige evangelie vanuit de boekrol in de handen van een engel. Wat hier geschiedt, is volstrekt uniek. Een uniciteit van Godswege.

Een Spurgeon vandaag en de secularisatie verdwijnt als sneeuw voor de zon en doorbreekt alle kerkelijke grenzen. Want er zijn ook in ons land geen grenzen aan Jezus macht.